Op 26 oktober vindt op diverse locaties in de binnenstad van Zwolle het Let’s Get Lost Festival plaats. Met Bleached, Daniel Norgren, Japanther en Radkey zijn de bekendere buitenlandse acts die mensen moeten trekken (en garant staan voor sterke optredens). En anders is er het laatste optreden van The Horse Company nog. Mijn tip na de
Qua Nederlandse acts staat er ook veel fraais: zoals het eerste Nederlandse optreden van Unterwelten, de nieuwe naam waaronder Michiel Flamman (Solo, J. Perkin) tegenwoordig opereert. Hij woont sinds enige tijd in Berlijn en dat heeft zijn weerslag gehad op zijn muziek, getuige de gruizige, door elektronica geïnspireerde snippets die hier en daar al te horen zijn. Ook de nieuwe band van Bertolf, Color Reporters, is niet te missen, en rond Afterpartees heerst momenteel een bescheiden buzz. Ik werd gevraagd één act te tippen. Omdat ik Live Forever van Adam & The Relevants een van de beste liedjes van dit jaar vind, ze in juni bij Radio Mortale Live op de planken stonden en ik frontman Adam Quann een toffe peer en prachtfiguur vind koos ik voor hen. Dit schreef ik er over voor de website van het festival:
“Wat was er eerder? Het shirt of de legende? Adam Quann is de naam, Adam & The Relevants de band. We schrijven augustus 2011, Biddinghuizen. Op het plaatselijke festival aldaar wordt ie voor het eerst gespot: Adam Quann is vetter, het shirt. De boodschap is duidelijk: move over Tim Knol, Adam Quann is de man. Die Adam Quann is een half-Nederlandse, half-Ierse Amsterdammer. Vrouwen willen hem trouwen, mannen willen hem zijn. Is het niet om zijn baard, dan wel om zijn uilenbril. Of zijn pet.
Geef hem een gitaar in handen in hij schrijft een liedje waarin het beste van 60 jaar Britse popcultuur wordt samengeperst. Had Pete Doherty of Noel Gallagher (oh, wacht…) Live Forever geschreven, dan sneuvelden er elk weekend glazen pints in de kroeg dankzij euforisch meebrullende lads en volgde er een geboortegolf negen maanden na de onvermijdelijke nummer 1 hit. Het is zo’n liedje waardoor 100 jongens een gitaar vragen voor Sinterklaas en tot die tijd met een tennisraket voor de spiegel alvast stoere poses oefenen. Een anthem voor mensen die niet zo nodig willen worden wat hun buren hopen. Noem het zijn Ierse kant, die even de overhand nam op de ‘doe maar normaal, dan doen je al gek genoeg’ cultuur. Het is het openingsnummer van VI, zijn begin dit jaar verschenen eerste EP. Had Adam op een ranzig toilet in het Londense Shoreditch coke gedeeld met een lokale blogger, dan had hij al drie keer de cover van de NME gesierd nog voordat VI verschenen was.
Helaas. Adam Quann woont in Nederland. In plaats van coke delen met bloggers hosselt ie biertjes bij journalisten en gastenlijstplekken bij concerten. Zelf speelt ie overal en nergens, met een band die hij opduikelde in de nagelstudio en een Facebookgroep die odes brengt aan harde gasten. Spelen gaat steeds beter; ze kunnen inmiddels zelf hun gitaren stemmen, tot tevredenheid van hun boeker en trots van hun besnorde manager.
Dit jaar stond Adam op het Best Kept Secret festival. Met een grijper, zo eentje waarmee te werk gestelden in een fluorescerend hesje papiertjes en blikjes van de grond plukken en ze in een vuilniszak doen. Dat was ook precies wat hij deed. Rock n roll in de polder. Nog even geduld. Adam Quann is een ster, de wereld weet het alleen nog niet.”