The Voice of Jennie Lena

jennie-lena-pf

Ik kijk niet naar The Voice Of Holland. Het programma heeft veel minder met muziek te maken dan met sensatie en tv-spektakel. Toch ontkom je er niet aan soms wat van het programma op te vangen, dankzij de timeline van Facebook. Zo zag ik ook ene Jennie Lena meedoen.

Jennie Lena? Dat klonk bekend. En dat was ze ook. Jennie Lena is de nieuwe artiestennaam van Jenny Lane, een zangeres/muzikant die in 2009 succes had met haar debuutalbum Monsters. In combinatie met haar bijzondere levensloop zorgde er voor dat ik haar thuis in de Jordaan op zocht voor een interview, dat in Sena Magazine verscheen. Het was gezellig: ze kwam ook uit Purmerend, we scheelden maar een paar jaar in leeftijd en ze was ook fan van Johnny Jordaan. Ik vond het dan ook jammer voor haar toen haar tweede album flopte en ze van mijn radar verdween. Nu ze het zo goed doet bij The Voice, besloot ik mijn interview met haar hier te plaatsen. Je leest het hier.

Pop, funk, soul, disco, ska, reggae en jazz. Jarenlang hielden de mogelijkheden zangeres Jenny Lane thuis op de bank, verlamd door de gedachte dat ze voor haar liedjes moest kiezen tussen haar favoriete muziekgenres. Pas op het moment dat ze zichzelf voor de leeuwen gooide bij een talentenjacht in het New Yorkse Apollo Theater wierp ze alle twijfels van zich af en ging recht op haar doel af: een eigen cd, die nog een hit bleek ook. “Ik heb heel lang gedacht dat er iemand zou aanbellen met de vraag of hier die geweldige zangeres woonde”.

“Leentje, zeg  Leentje, zoals jij zingt er niet eentje.”  Onwillekeurig duiken de liefdevolle tekstregels van Johnny Jordaan aan het adres van Tante Leen op in mijn hoofd zodra ik aanbel bij Jenny Lane. Het ontvangst is hartelijk en gastvrij. Binnen hangen talloze levenswijsheden, tegeltjesspreuken en andere inspirerende quotes. Op de koelkast tussen pannenkoekrecepten en uitgeknipte krantencolumns, op de spiegel in de gang en op de muren van het toilet. Jenny woont midden in de Jordaan, op een steenworp afstand van zowel het Johnny Jordaanplein als de studio waar Michael Jackson in 1977 zijn eerste fotoshoot op Nederlandse bodem deed. Twee artiesten die niet meer van elkaar kunnen verschillen, maar die in ieder geval één gemeenschappelijke fan hebben: Jenny Willemstijn. De 32-jarige zangeres liet haar liefde voor de Jordaanblues van Tante Leen vastleggen in haar artiestennaam en zette aan de hand van de King of Pop haar eerste muzikale stapjes.

Oh Johnny
‘Laat me vijf minuten naar Johnny Jordaan luisteren en ik ben al in tranen’ bekent ze. ‘Hij zingt recht uit zijn hart. Het is echte muziek.’ Als kind zong ze zelf vaak liedjes van het koningskoppel uit de Amsterdamse volkswijk, reden waarom ze Leentje werd genoemd. Thuis in Purmerend was er altijd muziek, in alle stijlen en uit alle windstreken. Zowel een zegen als een vloek, zou later blijken. “Mijn moeder luisterde Franse chansons en Spaanstalige muziek en mijn vader draaide jazz. Uit de kamer van mijn zus klonk reggae en ska en uit mijn broers kamer popmuziek en top 40 singletjes. In de muziek die ik om me heen hoorde was geen eenduidige lijn te ontdekken.” De Jackson 5 is haar eerste grote muzikale liefde. Gevonden in de muziekcollectie van haar ouders (ook moeder Maria Vanlint was zangeres) maakte de hoesfoto nieuwsgierig, de muziek zelf deed de rest. Al snel zingt kleine Jenny Michael Jacksons Ben bij optredens van haar moeder, genietend van de aandacht.

BukReNaQ_400x400

NKT
Netjes in de schoolbanken zitten is dan ook niets voor haar. Ze kan er niet aarden en heeft het gevoel anders te zijn dan de rest. “Ik ben altijd losgeslagen geweest en heb heel lang het gevoel gehad dat ik niet op mijn plek zat. Ik nam het allemaal niet zo serieus en moest vrijheid hebben. Terwijl het ook wel fijn is omdat je weet waar je aan toe bent.” Haar moeder doet haar op verschillende sporten. Zonder succes. Pas wanneer ze Jenny naar het Nederlands Kinder Theater stuurt valt alles op zijn plek. “Daar kon ik me creatief uiten. Het klopte. Mijn eerste sporen liggen daar en het NKT heeft de basis gelegd voor wat ik nu doe.”

Blowen
Als puber zingt ze in een meidengroepje en via via leert ze Remon Stotijn van Postman kennen. De rapper is onder de indruk van haar talent en roept geregeld haar hulp in. “In eerste instantie voor het inzingen van enkele koortjes en later voor het arrangeren van songs. Daardoor besefte ik dat ik wat kon.” Via Stotijn wordt ze voorgesteld aan Anouk, destijds zijn vrouw. Ook zij is onder de indruk van de kleine dame met het zwarte haar, en vraagt haar als achtergrondzangeres bij optredens. Beiden stimuleren haar om een eigen cd te maken. Die gedachte verlamt Jenny. Schrijven voor anderen en zingen bij de band Food For Funk lukt wel, eigen liedjes schrijven blijkt een stuk lastiger. Het feit dat ze van veel verschillende muziekgenres houdt zorgt er voor dat ze niet weet wat te kiezen voor haar eigen liedjes, en dus kiest ze niet en doet niets. “De mogelijkheden hebben me heel lang tegengehouden. Dan breng je een plaat uit en is dat je genre. Dan ligt het vast. Ik dacht ‘zodirect maak ik een soulplaat en dan moet ik alleen maar soul zijn, terwijl ik morgen misschien wel Franse chansons wil zingen.’ Dus bleef ik liever in mijn eigen wereldje en maakte ik schetsen van liedjes.” Jarenlang zit ze blowend op de bank van haar zolderkamertje, niet wetend waar te beginnen of hoe de zaken aan te pakken. “Ik heb heel lang gedacht dat er aangebeld zou worden door iemand die zou vragen of hier die geweldige zangeres woonde. Uiteindelijk moest ik er wel mee naar buiten treden, de eerste stap zetten en het gewoon doen. Ik moest de stemmetjes in mijn hoofd, de monsters, overwinnen.”

Harlem
Wanneer dat besef intreedt leert ze piano spelen en worden de schetsen echte liedjes. Die leiden uiteindelijk tot Monsters, haar succesvolle debuutalbum. Vernoemd naar de angsten en twijfels die haar zo lang tegenhielden. “Ik neem ze nu mee, maar laat me niet meer door ze uitschakelen. Ze zijn er en ze blijven, dus kan je er maar beter vrienden mee worden dan je door ze te laten overwinnen of tegen ze te vechten. Alleen hoef je ze niet altijd serieus te nemen.” Dus schrijft ze zich in voor de Rotterdamse Talent Night. De hoofdprijs is een plaats bij de talentenjacht in het New Yorkse Apollo Theater, de legendarische zaal in Harlem waar talloze grootheden uit de soul, R&B, blues en disco hebben opgetreden. Ze wint en vliegt naar Manhattan. Wanneer ze aan de beurt is jouwt het publiek haar uit. Nog voordat ze een noot heeft gezongen, omdat ze blank is en het aandurft in dit bastion van de zwarte muziek op te treden. Gaandeweg verstomt het rumoer en wordt door het publiek zelfs gekozen tot winnaar van de avond. Met het gewonnen vertrouwen gaat ze vol energie terug naar Nederland. Nu is het moment aangebroken om die lang gekoesterde wens, een eigen cd, te gaan realiseren.

Monsters
“Remon raadde me aan om een band samen te stellen en samen met hen aan de nummers te werken. Dat advies nam ik ter harte. Wat heel goed is geweest aan dat proces van zoeken en zelf doen is dat je er achter komt wat je wel en niet wilt. Daar is Monsters uitgekomen.” Met de release van haar goed verkopende debuutalbum vol soulvolle pop met funk en jazz-invloeden sluit Jenny Lane een periode af. Een droom is uitgekomen, en tegelijkertijd breekt er ook een nieuw tijdperk aan. Eentje met de nodige onzekerheid en veel vragen; hoe nu verder? “Heel lang dacht ik ‘als ik die cd gemaakt heb dan kan ik tevreden sterven’. Maar hij lag nog niet koud in de winkel of ik dacht ‘ok, wat gaan we nu doen?’. Ik denk veel na over wanneer je tevreden bent over je muziek. Is dat wanneer je een hit scoort? Of ben je blij wanneer je een heel tof album hebt gemaakt en een eigen publiek creëert? Muziek en muziekbusiness zijn twee heel verschillende dingen, zo heb ik gemerkt. Ik wil nooit vergeten waarom ik in de muziek zit.”

Het artikel in de normale opmaak lezen? Dat kan: hier.