Tag Archives: terugblik

Case Mayfield bij Radio Mortale: ‘Volwassen mannen huilen bij mijn muziek’

Case Mayfield
Foto: Sarah Oranje

Afgelopen maandag was Case Mayfield te gast in mijn wekelijkse radioshow bij het fijne Radio Mortale. Ik heb bijna elke week opkomend Nederlands talent in de studio voor een interview en een live-sessie, vaak met heel leuk resultaat. Omdat het lokale omroep is kunnen we bands relatief veel aandacht schenken en langer met ze praten dan één minuut. Bovendien is het op een goede tijd en niet midden in de nacht, zoals bij veel andere radioprogramma’s die Nederlands talent aandacht schenken. Dat zorgt er voor dat bands zich erg thuis voelen bij Mortale. Er gaat bijna geen week voorbij dat we te horen krijgen dat het zo gezellig en leuk was. Het resultaat van de live-sessies kun je zien op ons speciale YouTube-kanaal, want ik film deze sessies altijd.

De sessie met Case was echter een speciale. Vorig jaar deed de inmiddels 23-jarige singer-songwriter mee aan Mooie Noten, de singer-songwritercompetitie voor beginnende muzikanten. Ik zat in de jury. Bij zijn optreden in de voorronde was ik niet overtuigd van zijn kunsten. Wat ik precies in mijn juryrapport schreef weet ik niet meer, wel dat ik dankbaar was dat de twee andere juryleden wel overtuigd waren van zijn kunnen. Bij de volgende ronde kwam ik namelijk tot inkeer en raakte onder de indruk van de Volendamse Amsterdammer.

Het was dat hij het op moest nemen tegen de grandioze Lake Montgomery die nét even wat verder was in haar muzikale ontwikkeling, anders had hij gewonnen. Nu werd hij tweede, ook geen schande. Omdat inmiddels heel Mortale onder de indruk was van zijn kunsten vroegen we hem een paar maanden later te komen spelen bij de live-avond die Radio Mortale om de twee maanden organiseert. Dat deed hij. Helaas kwam hij niet helemaal uit de verf en kwetterde het binnenstromende publiek vaak boven zijn liedjes uit. Risico van het vak.

Zijn muziek is namelijk zo breekbaar dat absolute aandacht vereist is. Na afloop van dat optreden heb ik anderhalf uur met hem gesproken en hem een klein duwtje in de goede richting gegeven. Zoals bij zoveel beginnende muzikanten dacht hij dat het hele gebeuren om de muziek heen een ondoordringbaar gebeuren was. Uit ervaring weet ik dat als je een en ander uitlegt ze door de bomen het bos opeens wel zien. Dat gold ook voor Case. In ruil voor appeltaart speelde hij overal in Amsterdam, werd geselecteerd voor de Popronde en speelde overal en nergens, kwam door de voorrondes van de Grote Prijs en dook met Ro Halfhide de studio in voor een EP. Die is er nu.

Case Mayfield, getekend door Henk Langeveld

Het is een prachtig mini-album geworden zonder ook maar een minder liedje. Precies zoals het hoort, kortom. Bij Mortale waren we best wel een beetje trots op hem; wat wij in hem hoorden maakte hij nu waar. Je kunt hier zelf oordelen.

Twee weken terug presenteerde hij de EP in het fijne Pakhuis Wilhelmina. Talloze vrienden, fans en familie waren langsgekomen. Zelf moest ik, in verband met de Muzikantendag waar ik moest werken, verstek laten gaan. De presentatie was een groot succes, vertelde Mayfield tijdens het interview bij Mortale: “Na afloop was ik enorm dankbaar. Ik wilde iedereen bedanken. Niet vanaf het podium, maar ze omhelzen en knuffelen.”

Met de reacties die zijn muziek teweeg kan brengen moet hij nog weleens wennen. “Ik heb weleens volwassen mannen die tijdens mijn optreden moeten huilen. Na afloop van het optreden komen ze dan naar mij toe om me te bedanken. Ik weet nog niet helemaal hoe ik daar mee moet omgaan. Meestal zeg ik dan ook maar ‘bedankt'”.

Toen hij vervolgens Our Mom live in de studio speelde viel ik compleet stil. Ik had hem vaker zien spelen, maar niet zo’n privéconcert voor mij alleen en niet zo goed. Na afloop zaten we beiden met tranen in de ogen. Het programma is de komende 2 maanden hier terug te luisteren. Gelukkig zijn er ook beelden van die langer online blijven staan:

Recensie XL: Arcade Fire – The Suburbs

Wat te schrijven over zo’n complex, intelligent en omvangrijk werk als de derde cd van Arcade Fire, een van de belangrijkste bands van de afgelopen tien jaar? Genoeg, zo blijkt. Er komt altijd de nodige druk bij kijken als je voor OOR de openingsrecensie van de recensie-rubriek mag schrijven. Zeker als het zo’n belangrijke plaat is als The Suburbs van Arcade Fire, die een maand daarvoor nog op de cover stonden. Gelukkig ben ik fan van het eerste uur. Een kritische fan bovendien, die gezien zijn Last.fm statistieken niet over één nacht ijs gaat bij zo’n recensie.

Nu mochten er maar 450 woorden in deze recensie (ter vergelijking: normaal is 200 de max). Deze versie had ik eerst op papier staan:

ARCADE FIRE – THE SUBURBS
Dertig. Het is meer dan zomaar een leeftijd, het is een levensfase. De eerste haren worden grijs of vallen uit, de biologische klok begint te tikken, de eerste successen (baan, huis, relatie) zijn binnen, en soms steekt die venijnige ‘Is Dit Alles?’-vraag de kop op. Het is een leeftijd waar je naar toe groeit, meer dan bij je twintigste of veertigste. Dertig betekent een moment voor reflectie op waar je staat in het leven. Een moment om eens voorzichtig over de schouder te kijken naar de weg die je hebt afgelegd en de doelen die je zo’n jaar of vijftien eerder hebt opgesteld. Win Butler, roerganger van Arcade Fire, werd dit jaar dertig. Ten tijde van hun debuut (Funeral, uit 2004 alweer) was Arcade Fire een zevental dat de hele wereld aankon en grote dromen had. Op dat album vierden ze het leven om de doden te gedenken, op derde album The Suburbs is Win (want ja, hij ís Arcade Fire) zich bewust van zijn eigen vergankelijkheid. Dat besef werd nog eens bevestigd doordat een oude vriend Win, uitgerekend in zijn laatste jaar als twintiger, een foto stuurde van zichzelf met zijn dochter, staand bij het winkelcentrum waar hij vroeger met Win rondhing. Dat zette een stroom aan herinneringen, terugblikken en overpeinzingen in gang die als een rode draad door The Suburbs loopt. Een album waarop Win terugkijkt op de tijd dat hij opgroeide in de suburbs van Houston. Het is niet zozeer die schijnbaar veilige, idyllische thuishaven (zoals ook American Beauty en Lunar Park aantoonden) waar hij naar terugverlangt, het is de onveranderlijkheid, ongecompliceerdheid, dromen, belevenissen en gedachten van toen die zo haaks staan op de snelle tijd van nu (Suburban War). De dagen dat je je nog mocht vervelen zonder je schuldig te hoeven voelen (Wasted Hours), of de tijd dat je nog wist wat wachten was en je smachtte naar een brief van het meisje waar je heimelijk verliefd op was (We Used To Wait). Dat resulteert in een complex album waar de nostalgie soms vanaf druipt en The Boss geregeld om de hoek komt kijken, maar de op Neon Bible nog aanwezige zwaarmoedigheid, dramatiek en ‘vroeger was alles beter’ teneur behendig ontwijkt. The Suburbs heeft een rijker, diverser en uitgebalanceerder (noem het vooral niet ‘volwassener’, maar ‘evenwichtiger’) geluid dan zijn twee voorgangers, maar ook minder afzwaaiers en uitschieters. Geheel in stijl is het ook een plaat die bedoeld is om in zijn geheel te beluisteren, en daarom op iTunes ook alleen als album te krijgen is. Met zestien nummers en meer dan een uur muziek betekent dat een flinke kluif, die met twee á drie nummers minder wél hun magnus opus zou zijn geweest. Zonder dat er ook maar één slecht nummer op te vinden is, overigens, al komt Month Of May enigszins in de buurt. Het lijkt alsof Win, met een lichte paniek dat hij de beste jaren van zijn leven al achter zich heeft liggen, zichzelf wil overtreffen en zo zijn doel nét voorbij schiet. Misschien had hij toch een jaartje eerder het ouderlijk huis moeten verlaten.

Dik 500 woorden. Dat is ingekort tot deze versie. De reacties, 15 op het moment van schrijven, zijn gemengd en dat is een goed teken. De opmerking dat er wel erg veel over het verhaal achter de plaat gaat is een rake observatie. Dat heeft echter ook een reden; bij een band die zó bekend is, zó’n eigen geluid heeft, met zó’n plaat/insteek/verhaal komt en in een tijd waarin je de cd zelf binnen 5 minuten op je harde schijf kan zetten en je oordeel kunt vormen is het niet meer nodig heel diep in de muziek zelf te duiken. Waar ik dat wel deed was het nodig om de verschillen tussen de vorige twee en deze te verduidelijken. Het blijft tenslotte ook een recensie. Het is alleen jammer dat sommige lezers nog steeds denken dat een recensie alleen maar een duim omhoog of een duim omlaag moet zijn. Dat is een andere discussie en wellicht leuk om hier eens te posten. Dat er voor OOR.nlbegrippen zoveel reacties op kwamen was een goed teken. Het gebeurt niet vaak dat ik tevreden ben met een recensie van mijn eigen hand, maar deze vond ik geslaagd.