Tag Archives: recensie

Afrika’s grootste popfestival: Mawazine festival 2013

_DSC5140“Thank you for flying with Ambassador Airlines” klinkt het vanaf het Bouregrepodium. Het is even na tien uur ’s avonds op de slotdag van het Mawazine Festival in Rabat, Marokko als de introtape van BLITZ THE AMBASSADOR aankondigt dat we op reis gaan. De rapper uit Brooklyn neemt de paar duizend toeschouwers mee naar zijn geboorteland Ghana.

lees verder, klik hier

De Tweede Speeldoos in Kleine Komedie; ongemakkelijkheid, muziek en grappen gaan samen

speeldoosje-foto

Het is een bijzonder stel: Torre Florim en Roos Rebergen. Vier jaar terug maakten ze onder de naam De Speeldoos samen een heel fraaie EP. Bijzonder: de teksten waren gebaseerd op gedichten, geschreven door mensen met een verstandelijke beperking. Ze lieten een wonderlijke, onalledaagse kijk horen op alledaagse zaken met muziek waarin het meedogenloze en machinale van De Staat botste met het lievige en verwonderlijke van Roosbeef. Het was als tussendoortje bedoeld, als een speciaal project. Toch kwam het tot een optreden, en ik was er bij: in Tivoli De Helling, op het door hun platenlabel Excelsior georganiseerde kerstfeestje In Excelsis Deo. Daarna volgden nog enkele optredens, voordat Torre en Roos weer naar De Staat en Roosbeef terugkeerden.

Begin dit jaar verscheen de opvolger: De Tweede Speeldoos. Deze keer kwamen de teksten van acteurs met een verstandelijke beperking. Dat Torre en Roos in de tussenliggende vier jaar ook inhoudelijk een stuk gegroeid zijn bewijzen de zes liedjes, die zowel sterker als spannender zijn. Dankzij het succes van de vorige Speeldoos kon een tournee niet meer uitblijven. Dinsdagavond betekende het optreden in de Kleine Komedie in Amsterdam het einde van de theatertournee. dat ging zo

Recensie XL: Radiohead – The King Of Limbs

Het is geen gemakkelijke taak om een nieuwe plaat van een van de grootste bands ter wereld te recenseren. Je weet dat er duizenden mensen gaan lezen en je aanvallen als je een steekje laat liggen. En anders zijn er je concullega’s wel, die je graag op je bek zien gaan. Zodat zij de volgende keer een grote release mogen doen, of beter lijken. Maar dat is een andere discussie.

In het geval van Radiohead hebben we te maken met complexe platen. Moeizaam tot stand gekomen, met veel details en invloeden. Ze hebben een unieke sound die zich lastig in woorden laat vatten. En als je dan ook maar twee dagen hebt…dan is het bikkelen. hier lees je hoe ik dat deed

Moet je horen: Marina & The Diamonds – Obsessions (oOoOO remix)


In januari van dit jaar werd Marina & The Diamonds door de Engelse muziekprofessionals getipt als één van de breakthrough acts van 2010. Dat is niet helemaal gelukt; daarvoor was haar debuutplaat Family Jewels toch te wisselvallig (recensie hier). Laten we wel wezen, sommige van haar teksten konden écht niet. En wat doe je dan, als je een majorlabel bent en je moet zorgen dat je de investeringen er weer uithaalt en je door de sterke singles heen bent? Dan vraag je enkele van de hotste producers/remixers around of ze een track willen remixen. Het resultaat van deze oOoOO-remix is tien keer beter dan het origineel, en compleet anders.

Recensie XL: Arcade Fire – The Suburbs

Wat te schrijven over zo’n complex, intelligent en omvangrijk werk als de derde cd van Arcade Fire, een van de belangrijkste bands van de afgelopen tien jaar? Genoeg, zo blijkt. Er komt altijd de nodige druk bij kijken als je voor OOR de openingsrecensie van de recensie-rubriek mag schrijven. Zeker als het zo’n belangrijke plaat is als The Suburbs van Arcade Fire, die een maand daarvoor nog op de cover stonden. Gelukkig ben ik fan van het eerste uur. Een kritische fan bovendien, die gezien zijn Last.fm statistieken niet over één nacht ijs gaat bij zo’n recensie.

Nu mochten er maar 450 woorden in deze recensie (ter vergelijking: normaal is 200 de max). Deze versie had ik eerst op papier staan:

ARCADE FIRE – THE SUBURBS
Dertig. Het is meer dan zomaar een leeftijd, het is een levensfase. De eerste haren worden grijs of vallen uit, de biologische klok begint te tikken, de eerste successen (baan, huis, relatie) zijn binnen, en soms steekt die venijnige ‘Is Dit Alles?’-vraag de kop op. Het is een leeftijd waar je naar toe groeit, meer dan bij je twintigste of veertigste. Dertig betekent een moment voor reflectie op waar je staat in het leven. Een moment om eens voorzichtig over de schouder te kijken naar de weg die je hebt afgelegd en de doelen die je zo’n jaar of vijftien eerder hebt opgesteld. Win Butler, roerganger van Arcade Fire, werd dit jaar dertig. Ten tijde van hun debuut (Funeral, uit 2004 alweer) was Arcade Fire een zevental dat de hele wereld aankon en grote dromen had. Op dat album vierden ze het leven om de doden te gedenken, op derde album The Suburbs is Win (want ja, hij ís Arcade Fire) zich bewust van zijn eigen vergankelijkheid. Dat besef werd nog eens bevestigd doordat een oude vriend Win, uitgerekend in zijn laatste jaar als twintiger, een foto stuurde van zichzelf met zijn dochter, staand bij het winkelcentrum waar hij vroeger met Win rondhing. Dat zette een stroom aan herinneringen, terugblikken en overpeinzingen in gang die als een rode draad door The Suburbs loopt. Een album waarop Win terugkijkt op de tijd dat hij opgroeide in de suburbs van Houston. Het is niet zozeer die schijnbaar veilige, idyllische thuishaven (zoals ook American Beauty en Lunar Park aantoonden) waar hij naar terugverlangt, het is de onveranderlijkheid, ongecompliceerdheid, dromen, belevenissen en gedachten van toen die zo haaks staan op de snelle tijd van nu (Suburban War). De dagen dat je je nog mocht vervelen zonder je schuldig te hoeven voelen (Wasted Hours), of de tijd dat je nog wist wat wachten was en je smachtte naar een brief van het meisje waar je heimelijk verliefd op was (We Used To Wait). Dat resulteert in een complex album waar de nostalgie soms vanaf druipt en The Boss geregeld om de hoek komt kijken, maar de op Neon Bible nog aanwezige zwaarmoedigheid, dramatiek en ‘vroeger was alles beter’ teneur behendig ontwijkt. The Suburbs heeft een rijker, diverser en uitgebalanceerder (noem het vooral niet ‘volwassener’, maar ‘evenwichtiger’) geluid dan zijn twee voorgangers, maar ook minder afzwaaiers en uitschieters. Geheel in stijl is het ook een plaat die bedoeld is om in zijn geheel te beluisteren, en daarom op iTunes ook alleen als album te krijgen is. Met zestien nummers en meer dan een uur muziek betekent dat een flinke kluif, die met twee á drie nummers minder wél hun magnus opus zou zijn geweest. Zonder dat er ook maar één slecht nummer op te vinden is, overigens, al komt Month Of May enigszins in de buurt. Het lijkt alsof Win, met een lichte paniek dat hij de beste jaren van zijn leven al achter zich heeft liggen, zichzelf wil overtreffen en zo zijn doel nét voorbij schiet. Misschien had hij toch een jaartje eerder het ouderlijk huis moeten verlaten.

Dik 500 woorden. Dat is ingekort tot deze versie. De reacties, 15 op het moment van schrijven, zijn gemengd en dat is een goed teken. De opmerking dat er wel erg veel over het verhaal achter de plaat gaat is een rake observatie. Dat heeft echter ook een reden; bij een band die zó bekend is, zó’n eigen geluid heeft, met zó’n plaat/insteek/verhaal komt en in een tijd waarin je de cd zelf binnen 5 minuten op je harde schijf kan zetten en je oordeel kunt vormen is het niet meer nodig heel diep in de muziek zelf te duiken. Waar ik dat wel deed was het nodig om de verschillen tussen de vorige twee en deze te verduidelijken. Het blijft tenslotte ook een recensie. Het is alleen jammer dat sommige lezers nog steeds denken dat een recensie alleen maar een duim omhoog of een duim omlaag moet zijn. Dat is een andere discussie en wellicht leuk om hier eens te posten. Dat er voor OOR.nlbegrippen zoveel reacties op kwamen was een goed teken. Het gebeurt niet vaak dat ik tevreden ben met een recensie van mijn eigen hand, maar deze vond ik geslaagd.