Ik zag James Vincent McMorrow spelen tijdens Into The Great Wide Openc 2011. Een magisch optreden, zo in het bos met een fris zeebriesje en de gevoelige liedjes van de Ier. Twee maanden later sprak ik hem in Den Haag vlak voor zijn show op Crossing Border, voor een artikel in OOR.
Singer-songwriter James Vincent McMorrow zou het wel even gaan maken. De Ier tekende een platendeal bij EMI, verhuisde naar Londen en zou daar een plaat maken. Het liep anders. Het resultaat van zijn falen heet Early In The Morning en is wonderschoon. ‘Ik had niets te verliezen’.
Vlieland, september. Het is vroeg op de zaterdagmiddag van Into The Great Wide Open en veel eilandgangers zijn nog niet zo heel lang wakker dankzij een nachtelijke kampvuurset van Erlend Oye de avond ervoor. Uitslapen op deze zaterdag is echter geen optie. Op het bospodium staat James Vincent McMorrow aangekondigd, een Ierse singer-songwriter wiens naam onder muziekkenners rondzingt sinds hij in eigen land debuteerde met de folky singer-songwriterplaat Early In The Morning. Geen Ierse folk a la the Dubliners, maar Amerikaanse, geïnspireerd door artiesten als Andrew Bird, Sufjan Stevens, The Antlers en The National.
In de drie kwartier van het optreden toont de McMorrow zich een van de revelaties van het festival. Het is de plek, zo midden in een zonovergoten bos, het is de ontspannen sfeer die er heerst tussen de zittende luisteraars, en het zijn de liedjes, over ontsnappen aan je bestaan en verandering van je situatie. Dat laatste alleen in theorie dan. Niemand wil weg zolang de bescheiden Ier speelt. En zeker hijzelf niet; Early In The Morning nam hij op in een strandhuisje, dus zo dicht bij de zee voelt hij zich helemaal thuis.
Drie maanden later. James Vincent McMorrow zucht als zijn optreden op het eiland ter sprake komt. Dromerig kijkt de rap van tong zijnde Ier naar buiten, waarachter regenachtig Den Haag zich opmaakt voor een avond Crossing Border. Over een uurtje speelt hij er zelf. Toch weet hij nu al dat ook dat optreden niet kan tippen aan die show op Vlieland. ‘Ik heb fantastische optredens gehad dit jaar, maar die show…dat was mijn favoriete optreden. De sfeer daar in het bos was ongelooflijk. Overal waar ik keek zaten mensen te luisteren. Daar word je heel dankbaar van. Je moet weten dat ik nooit een hype ben geweest. In het begin verkocht ik mijn album via Facebook en Twitter, bij gebrek aan een label. Vervolgens komt de vraag of ik een optreden op een eiland in Nederland waar ik nog nooit van gehoord had en luisteren er zoveel mensen. Dat had ik nooit durven dromen.’
Het is nog niet zo heel lang geleden dat hij dacht dat zijn muziek nooit door mensen gehoord zou worden. De 29-jarige maker schreef vijf jaar geleden pas voor het eerst een liedje. Daarvoor was hij ‘slechts’ drummer in matige bands en baalde hij dat zijn medemuzikanten wel heel veel over muziek maken wilden praten, maar de daad zelden bij het woord voegden. Dus ging hij alleen verder. ‘Ik besloot verschillende instrumenten te leren spelen en het alleen te proberen. Rond die tijd begon ik ook te zingen. Dat was tien jaar geleden, toen ik net naar de universiteit ging. Al snel merkte ik dat ik na de colleges linea recta naar huis ging om urenlang te spelen in plaats van te studeren. Piano, gitaar, drums, wat ik maar in handen kon krijgen.’
Zelf liedjes schrijven heeft hij nog nooit gedaan. Om dat ambacht onder de knie te krijgen, gebruikt hij een bijzondere methode. ‘Toen ik nog in bandjes drumde luisterde ik vooral naar bands als Refused en At The Drive-In. Bands met veel dynamiek, maar die niet bekend stonden om hun goede zangers. Toen ik Donny Hathaway en Jeff Buckley voor het eerst hoorde kreeg ik een beetje een idee hoe zanglijnen werken en hoe je je stem kunt gebruiken om een liedje naar je hand te zetten. Daarop pakte ik ook mijn platen van Neil Young, Bob Dylan en Pixies er weer bij. Die luisterde ik als tiener omdat Kurt Cobain dat zei. Nu beluisterde ik ze met andere oren. Ik besefte wat ik destijds gemist had, omdat ik er niet naar had gezocht. Dankzij hen kreeg ik een idee hoe je liedjes schrijft. Produceren leerde ik dankzij hiphop. Met name de platen van The Neptunes en Missy Elliott heb ik veel gedraaid. Hun muziek inspireerde me om een 8-track en een drummachine te kopen en daarmee laagje voor laagje liedjes op te bouwen. Het klonk zo simpel wat ze deden, en tegelijkertijd zo uniek. Het is briljante muziek en zijn tijd ver vooruit. De eerste keer dat ik James Blake hoorde herkende ik onmiddellijk de invloed van The Neptunes en Timbaland. Ook ik wilde hun technieken leren, en die toepassen op mijn eigen liedjes.’
Dat proces duurt een paar jaar, tot eind 2007. Dan maakt hij een demo met het eerste complete liedje dat hij schrijft. De demo belandt bij verschillende mensen in de muziekindustrie en maakt indruk. Verschillende publishers en platenmaatschappijen vliegen naar Dublin om met hem te praten. Hij tekent een publishing deal bij EMI en verhuist naar Londen, om daar in de EMI-studio’s een album te gaan maken dat zal worden uitgebracht. Althans, dat is het plan.
In Londen gaat het al snel mis. Hij zucht. ‘Ik trad niet op, deed nergens moeite voor en de andere liedjes die ik schreef was ik al zat voor ik überhaupt in Londen was. Ik was nog te onervaren als songschrijver, had nog te weinig levenservaring om iets te melden te hebben en was nog teveel aan het experimenteren. Het label en enkele anderen pushten me om een plaat te maken, dus dat deed ik maar. Uit die situatie ontsproten de eerste ideetjes voor wat later Early In The Morning zou worden. Ik ging twee weken de studio in met de songs die ik klaar had, al wist ik dat het niet goed zou uitpakken. Ik hoopte dat als ik het opnameproces zou rekken er iets zou gebeuren dat een eind aan deze situatie zou maken.’ Lacht spottend: ‘Uiteindelijk heb ik aan die sessies een plaat vol erg goed opgenomen drumtracks overgehouden.’
Daarna is zijn geld op en gaat hij met de staart tussen de benen terug naar Dublin. Zijn missie mislukt, zijn doel gefaald. Terug in Dublin biedt een vriend hem een strandhuisje aan bij de kust van Drogheda waar hij voor onbepaalde tijd kan zitten. ‘Ik had geen geld, geen werk en geen illusies’ legt James uit. ‘Het enige dat ik had waren schetsen van liedjes. En natuurlijk wat instrumenten, een microfoon en mijn computer. Was het niets geworden dan was het ook niet erg geweest. Ik had niets te verliezen.’
In de zes maanden dat hij in het huisje zit, schrijft hij de elf liedjes voor Early In The Morning bij elkaar. Afgezien van muziek maken en schrijven loopt hij hard over het strand of leest The Grapes Of Wrath van John Steinbeck, dat hij leest en herleest. Een boek uit de Jazz-Age dat draait om mensen die in een overgangsfase zitten, huis en haard achterlaten en een onzekere toekomst tegemoet gaan. Een thema dat hem bijzonder aanspreekt. ‘Dat boek was erg belangrijk voor me. Het verhaal gaat over veranderingen en hoop. Ook mijn hele leven veranderde. Geestelijk zat ik in de knoop omdat de zaken niet zo waren uitgepakt zoals ik hoopte.’
Schrijven lukt bij vlagen, ook omdat zijn aandachtsspanne verhindert dat hij netjes liedje voor liedje schrijft. Soms schrijft hij aan het begin van de dag 15 woorden, om er aan het eind van de dag 14 te schrappen. Vaak gaat hij tot het ochtendgloren door, om zo ’s morgens de zon op te zien komen. ‘Ik kan goed alleen zijn en mezelf prima vermaken. Toen ik eenmaal in dat huisje zat besefte ik weer hoe ik muziek moet maken; zoals vroeger thuis bij mijn ouders in de kamer, achter de piano en met een 8-track, zoals toen ik mijn eerste demo maakte. Die manier was ik uit het oog verloren, opgeslokt als ik was in de gekte van de muziekwereld. Toen ik dat de rug toekeerde en terugging naar alleen mij en de muziek klopte het weer. Ik kon weer muziek maken vanuit mijn eigen gevoel en smaak. Daarna zou ik wel kijken of iemand het zou willen horen, zoals Arcade Fire, The National en Sufjan Stevens ook deden.’
Het verhaal van een gedesillusioneerde, bebaarde singer-songwriter die zich in zijn eentje terugtrekt op een afgelegen plek om een album te maken klinkt liefhebbers van Bon Iver vast bekend in de oren. En dan is Early In The Morning nog eens opgedragen aan ene Emma ook. Toevallig zijn ex-vriendin? ‘Nee, ze zit daar verderop’ lacht hij, plotseling verlegen. ‘Ik begrijp dat mensen overeenkomsten zien, en ik ben al lang blij dat mensen naar mijn muziek willen luisteren. Het is echter niet zo dat ik zijn aanpak zag en dacht “dat doe ik ook”. De verschillen tussen ons zijn groter dan de overeenkomsten. Onze beweegredenen waren ook anders. (lacht) En ach, uiteindelijk kopieert iedereen die een plaat in een afgelegen huis maakt Bruce Springsteen toen hij Nebraska maakte.’