Het DNA van Jungle By Night

jungle-by-the-night-article

Het negenkoppige gezelschap Jungle By Night kan overal uit de voeten. Van een wereldmuziekfestival als Music Meeting tot een jazzfestival als North Sea Jazz of een dancefestival als Pitch: Jungle By Night krijgt ieder publiek aan het dansen en valt overal in de smaak. Met hun pot-pourri van afrobeat, Ethiopische jazz, funk, soul, psychedelica, dub en rock staan ze deze zomer weer op diverse festivals in binnen- en buitenland, tot het Japanse Fuji Rock festival aan toe. Goede reden om trompettist Bo Floor (19, derde van rechts) en gitarist Jac van Exter (21, vierde van links) eens te vragen naar het muzikale DNA van de groep.

De plaat waardoor ik zelf een instrument ging bespelen:
The Beatles – Revolver
Jac: “Ik speelde eerste negen jaar cello voordat ik overstapte naar de gitaar. Het was uitgerekend mijn cello-lerares die er voor zorgde dat ik gitaar ging spelen. Ze moet hebben gezien dat ik mijn cello vaak pizzicato (met de vingers) bespeelde in plaats van netjes met een strijkstok, en daar haar conclusies uit hebben getrokken. Toen ze bij het grof vuil een gitaar vond gaf ze die aan mij. Revolver van The Beatles, mijn eerste eigen plaat, deed de rest.”
Bo: “Bij mij was het een plaat van Ella Fitzgerald, al weet ik echt niet welke het was; ik was vijf. Mijn moeder zette die plaat vaak op als we aan tafel gingen, ze is zelf ook muzikant en speelt klassiek cello. Tijdens het eten zat ik op mijn stoel te dansen, het geluid van de trompet vond ik het mooist. Twee jaar later vroeg ik een trompet voor Sinterklaas. Die kreeg ik ook.”

De plaat die iedereen binnen de band te gek vindt
Menahan Street Band – Make the Road by Walking
Jac: “Deze plaat vangt heel goed de sfeer van de begintijd van Jungle By Night. We repeteerden destijds in de kelder bij Gino en Sonny (Groeneveld, conga-speler/percussionist en drummer) thuis, zijn vader heeft daar een analoge studio. Terwijl we wachten tot iedereen er was trokken we platen uit de kast om aan elkaar te laten horen. Waaronder dus Make the Road by Walking van de Menahan Street Band. Het is instrumentale feelgood soul. Ze zijn momenteel de begeleidingsband van Charles Bradley.”

De klassieker die mij totaal niet raakt
Paul Simon – Graceland
Jac: “Dat zijn er heel veel, maar ik noem Graceland van Paul Simon. Ik moet toegeven dat ik de plaat nog nooit helemaal heb afgeluisterd, ik vind de sound te gelikt. Soms komen mensen na een optreden naar ons toe met de vraag of we Graceland kennen. ‘Je vindt Afrikaanse muziek leuk want je speelt in Jungle By Night, dus wat vind je van Graceland?’, dat idee. Die plaat staat symbool voor Afrikaanse muziek. Mensen denken bij Afrikaanse muziek vaak aan heel vrolijke muziek, met blije koortjes en The Lion King enzo. Dat is het ook, op een bepaalde manier en op sommige plekken, maar dan doe je alsof Afrika een land is. Het is heel generaliserend en daar kan ik slecht tegen. Er zijn zoveel verschillende dingen gemaakt. Tegelijkertijd is het logisch dat mensen alleen The Lion King of Graceland kennen.”

De plaat die de deur naar Afrika opende
The Budos Band – Up From The South
Bo: “Ik had nog nooit van afrobeat gehoord totdat ik bij de band kwam. Het eerste dat ik leerde kennen was The Budos Band, omdat we een nummer van hen speelden: Up From The South.”
Jac: “Ik leerde Afrikaanse muziek kennen via een cassettebandje dat mijn vader meenam uit Ethiopië. Hij was correspondent voor Afrika en nam af en toe cassettebandjes uit een land als Mali mee terug naar Amsterdam. Ik was er niet heel bewust mee bezig, tot ik 14 werd en de film Broken Flowers zag. Daar zit Ethiopische muziek in. Ik vroeg mij af wat dat voor leipe muziek dat was. Het is gruizige, mysterieuze muziek. Je hoort het stof en het zand door de opname heen. Het is spannend en dreigend, en dat het instrumentale muziek is spreekt mij ook aan. De muzikanten hebben een vrije, andere benadering dan hun collega’s in het westen. Daarop heb ik die cassettebandjes van mijn vader er weer eens bij gepakt. Een van de artiesten die daar op stond en ook op de soundtrack van Broken Flowers staat, is Mulatu Astatke. Jaren later speel ik in Jungle By Night. Een van onze eerste optredens is in zijn voorprogramma. Hij stond aan de zijkant van het podium naar onze show te kijken. Dat was wel een tof moment, ja.”

De plaat die ons de weg wees naar de dansvloer
The Gaslamp Killer
Jac: “Ik denk dat de link tussen onze muziek en die van dancemuziek zit in de repetitieve elementen. Die kunnen een hypnotiserend effect hebben. We hebben ons nooit met voorbedachte rade gericht op festivals als Pitch of Lowlands. Sterker nog: ik heb moeite met elektronische muziek, als een van de weinigen in de band. Toen we op Pitch The Gaslamp Killer leerden kennen gaf hij ons twee cd’s met mixen van zijn hand. Die zijn heel indrukwekkend. Om de twee minuten hoor je een andere track, het is superveel informatie. Die hebben we veel geluisterd in de bus onderweg naar optredens en staat nog steeds geregeld op. Uiteindelijk hebben we met hem samengewerkt voor een vinylsingle: Brass Sabbath

seldaDe plaat die ons nieuwe album The Hunt inspireerde
Selda
Bo: “Voor de blazerpartijen hebben we veel geluisterd naar hoe The Budos Band en Menahan Street Band de blazers inzetten. Ze spelen heel epische loopjes, en mixen de verschillende blazers verdeeld over links en rechts, waardoor je een breed geluid krijgt”.
Jac: “In mijn gitaarspel was ik erg geïnspireerd door oosterse muziek, met name die gemaakt is in Turkije, het oude Perzië en India. Zo heeft de Turkse psychedelica van onder andere Selda een grote invloed gehad op The Hunt. Je hoort het goed in Desdemona, daar speel ik een soort classic rockriff. Maar dan niet in de normale westerse toonsoort, maar in een soort Ethiopische ladder. Dat geeft het een soort extra randje. Op The Hunt wilden we de tracks compacter en duidelijker maken, niet langer twintig ideeën en maatwisselingen in een track proppen.”

De beste cover
Bacao Rhythm Steel Band – P.I.M.P. (50 Cent cover)
Bo: “Daar moet ik de Bacao Rhythm Steel Band noemen, met hun cover van 50 Cent’s P.I.M.P.. Ze spelen het thema van dat nummer met allemaal steeldrums, waardoor het een soort leip funknummer wordt. Er zit zelfs een trompetsolo in. Toen ik negen was vond ik 50 Cent heel vet. Zo vond ik deze cover ook, via YouTube. Ik zocht naar de originele versie en vond deze. Dat er een trompetsolo in zit sloeg direct aan; dat speelde ik toen zelf ook net.”

De plaat die vlak voor de show op staat
Massive Attack – Angel
Jac: “Laatst zette iemand muziek op in de kleedkamer. Dat heb ik toen afgezet. Ik kan niet tegen het geluid van laptopspeakers, daar heb ik een gloeiende hekel aan. We hebben zelden muziek op staan in de kleedkamer, met zijn negenen maken we al genoeg lawaai. Onze geluidsvrouw Petra zet wel muziek op voor het optreden. Ze gebruikt Angel van Massive Attack om het geluid te testen in de zaal terwijl wij onze instrumenten uitpakken en klaar zetten voor de soundcheck. In dat nummer zit superveel sub, en het heeft heel heftige drums. Als we die track horen dan weten we dat we zo gaan soundchecken en de avond gaat beginnen.”

De plaat waarop ik had willen meespelen
Fela Kuti – Opposite People
Bo: “De blazers van Fela Kuti spelen heel vet, maar zijn bijna altijd vals. Terwijl ze vaak het hardst klinken. De bas en gitaar zijn daarentegen wel altijd gestemd, waardoor het samen lekker schuurt. Had ik meegespeeld op die plaat dan had ik mijn instrument gestemd, zodat het wel zuiver zou klinken. Al heeft het wel zijn charme, dat ze vals zijn. Fela zelf was ook vaak niet zo zuiver met zijn sax.”

De plaat die mij aan het dansen krijgt
Los Guacharacos – Baila Rosita
Jac: “Cumbia, oude Colombiaanse muziek, heeft een heel leuke swing. Het is een beetje gekke muziek. Ze gebruiken veel de rasp veel, een metalen instrument dat een heel typisch ‘kachiesj-kachiesj’ geluid maakt. Deze plaat krijgt iedereen in de band de dansvloer op.”
Bo: “Die ritmes zijn niet exact op te schrijven met muzieknotatie, net zoals bij de swingfeel. Daardoor kloppen de ritmes niet helemaal met hoe ze op papier staan. Het is een groove die om het gevoel draait en alsmaar door gaat.”

De guilty pleasure
The Game ft 50 Cent – This Is How We Do (G-Unit Remix)
Jac: “De eerste artiest waar ik fan van was was Eminem, dus voor een guilty pleasure kom je dan al snel uit bij This Is How We Do van The Game ft 50 Cent. Mijn allereerste concert was Eminem in de Arena, met naast Eminem ook optredens van Cypress Hill, Xzibit, G-Unit en 50 Cent. Toen was ik elf. Ik heb zelfs nog een bandana van hem. Wat This Is How We Do zo fout maakt? De raps, de beat, die belletjes…alles aan This Is How We Do maakt het een guilty pleasure. Het is de ultieme machomuziek. Het is bijna een parodie op gangstermuziek, zo dik ligt het er bovenop.”

De sound van het Felabration Festival (het jaarlijkse feest ter ere van afrobeatkoning Fela Kuti, dit jaar op 10 oktober in Doornroosje Nijmegen en 11 oktober in Paradiso Amsterdam)
Fela Kuti – Open & Close
Jac: ¨Dat moet natuurlijk een plaat van Fela zijn. Ik denk dat Open & Close gezien kan worden als de soundtrack van het festival. Het is mijn favoriete album van hem. Die plaat verenigt de euforie en kracht van zijn muziek het best en kan je zien als het toppunt van de afrobeatmuziek. Al is er niet alleen afrobeat te horen op dat festival; vorig jaar speelde ook Ebo Taylor, die maakt highlife muziek.”

De plaat die het goed doet in de tourbus
Hot Mama Hot – Mixtape
Jac: “Zeker op de terugweg van een optreden luister ik het liefst naar de mixtapes van Hot Mama Hot, een stel vrienden van ons die op de lokale omroep een radioprogramma maken. Er komen heel veel obscure platen langs, zoals Thaise funk of synthesizermuziek. Je kent geen enkele plaat en je zal ze nooit ergens online vinden. Ze noemen het euroknallers: platen van een euro uit de bakken van de kringloopwinkel. Het is echt het gekste en het raarste wat je ooit zal horen en het fijnst om ‘s avonds bij te rijden. Het spitst je oren en verrast je iedere keer weer.”

De beste remix
Carice van Houten – YOU.ME.BED.NOW. (Jameszoo Remix)
Jac: “Carice’ platenlabel EMI vroeg Jameszoo om een remix te maken van deze track. Daarop heeft hij Carice’ stem door allerlei apparaten gehaald, waardoor ze heel eng en dun klinkt. Ze klinkt als een walvis. Halverwege stoppen de vocalen en komt er een heel harde beat in, en een soort zaag. Als ik op een feestje ben en er elektronische muziek op staat zet wil ik deze remix nog wel eens opzetten: “dit is toch ook elektronische muziek”? De anderen op het feestje zijn er meestal iets minder van gecharmeerd.”

De soundtrack van je tofste reis
P-Square – Personally
Bo: “Begin dit jaar was ik met een vriend zes weken in Ghana. Het was de eerste keer dat ik in Afrika was en ik koos Ghana vanwege de muziek. De muziek die er vandaan komt is heel rijk. In de jaren zeventig pikten veel mensen een elektrische gitaar op om hun eigen versie van westerse muziek te gaan maken. Je kan goed horen hoe de muziek daar veranderde. Eerst was er de jazz, daarna volgde de funk met harde bassen, toen de disco en de rock. Ebo Taylor komt er ook vandaan, een echte eindbaas. Hij mixt highlife met funk. Ik had mijn trompet meegenomen en veel muziek gemaakt, tot in de kerk aan toe. Dat was in een kerk van de Pinksterbeweging, zo’n kerk waar mensen zich helemaal laten gaan. Ik speelde en doe op een gegeven moment mijn ogen open, zie ik allemaal mensen op de grond een soort epileptische aanval hebben (lacht). Ook heb ik er met lokale muzikanten gespeeld, ben met mensen de studio ingegaan en heb opgetreden. Daar luistert iedereen naar hiplife, een mix van traditioneel Ghanese highlife muziek gemengd met reggaeton. Het is de kutste muziek die er is, en iedereen luistert het de hele dag. Je kunt de straat niet op gaan of je hoort het van tien plekken op je af komen. Dat is ongewild de soundtrack van mijn reis geworden.”
Jac: “Vorig jaar was ik vijf weken op reis naar Iran. Ik had goede verhalen gehoord en wilde graag het Midden-Oosten zien. Daarnaast heb ik een album dat ik heel goed vind, genaamd Persian Funk. Ik was benieuwd of er nog iets van die muziek te vinden zou zijn in Iran. Helaas. Toch heb ik zelden zoveel muziek geluisterd als daar. Iran heeft een ontzettend rijke muziekcultuur, bijna allemaal in het geniep. Veel muziek is verboden door de staat, maar wordt gedoogd. Uitgerekend in Masshad, een grote stad waar niet-religieuze muziek luisteren en maken verboden is tot in een straal van honderd kilometer rondom de stad, heb ik heel veel muziek geluisterd, meestal bij mensen thuis. Er ging een wereld voor mij open. Op het eerste gehoor klinkt die muziek ontzettend vals, later openbaart de schoonheid zich pas. Ik ben er ook op platenjacht gegaan, op de zwarte markt in een parkeergarage. De echt mooie platen uit Iran zijn niet meer te vinden, die zijn verbrand na de revolutie van 1979. Toch zijn de mensen heel trots op hun muziek. Je stapt een taxi binnen en krijgt meteen de veertiende-eeuwse gedichten van Hafez te horen, een van de grootste dichters uit het oude Perzië. En die taxichauffeur zingt mee. Of ze zetten dvd’s voor je aan met muziek van een soort Gandalf-achtige figuren, waar ze met tranen in de ogen naar luisteren. Toen ik mensen vroeg naar Googoosh, een van Iraans populairste zangeressen uit de jaren zeventig, waren ze helemaal verbaasd. Daarop werd ik vaak uitgenodigd bij mensen thuis om te komen eten en muziek te luisteren. In de auto draaiden ze dan weer Tom Waits en The xx. Bizar, om Tom Waits te horen en naar buiten te kijken waar je de woestijn, de bazar en het leven in een islamitische staat aan je raam voorbij ziet trekken.”

Felabration festival: 10 oktober – Doornroosje, Nijmegen. 11 oktober – Paradiso, Amsterdam

———————————————

Ik kende enkele jongens van Jungle By Night al een beetje voorafgaand aan het interview. De afgelopen jaren had ik regelmatig te maken met hun manager Ronald. Met hem en saxofonist Pieter van Exter deed ik een panel op de Muzikantendag, ik gaf een keer les op de school aan trombonist Ko en met Pieter en zijn broer Jac zat ik in de jury van de Kunstbende. Praten over te gekke muziek is altijd leuk, en wordt nog leuker als iemand komt aanzetten met muziek die je totaal niet kent. Zoals muziek uit Perzië, die mysterieus en vreemd in de oren klinkt. En dat vind ik fijn; veel westerse muziek klinkt hetzelfde. Heel bijzonder vond ik als groot reisliefhebber ook de reizen die Bo en Jac maakten, en dat al op zo’n jonge leeftijd. Het leverde een te gek interview op dat mij direct naar Rush Hour deed fietsen, om deze plaat te kopen met Perzische muziek uit de jaren 60.