De bouwstenen van Steven Wilson (Porcupine Tree)

PorcupineTree_StevenWilson47 (Susana Moyaho)Steven Wilson werd bekend als het brein achter progrockband Porcupine Tree. De 47-jarige Brit, autodidact multi-instrumentalist, producer, songschrijver en audio-engineer, is een workaholic die graag over de grenzen van de progrock mag kijken. Is het niet solo onder eigen naam of diverse aliassen, dan als onderdeel van Blackfield, No-Man of in samenwerking met o.a. Opeth-zanger Mikael Åkerfeldt. Hand. Cannot. Erase. heet zijn vierde solo-album, dat 2 maart verschijnt. Voorafgaand aan zijn optreden met Blackfield in Paradiso begin 2014 vroeg ik hem voor OOR welke platen hem gevormd hebben.

De plaat die mij verslingerd maakte aan muziek
Donna Summer – Love To Love You Baby
‘Als kind had ik weinig interesse in popmuziek. Tot ik een jaar of negen was en mijn ouders een plaat kochten die wel impact op mij maakte: Love To Love You Baby van Donna Summer en Giorgio Morodor. De muziek van die plaat, die klanken, die sensualiteit…dat fascineerde mij enorm. Die plaat zorgde er voor dat ik geïnteresseerd raakte in muziek. De A-kant van die plaat is de titeltrack, een discosymfonie van 17 minuten. Als jong jochie viel het mij direct op dat het niet zo’n standaard popliedje van drie minuten is, maar een muzikale reis die zich geleidelijk aan opbouwt volgens een thema. Dat iemand zoiets kon vond ik toen al fascinerend.’

De plaat die mij deed realiseren dat muziek een beroep kon zijn
Electric Light Orchestra – Out Of The Blue
‘Dat besef kwam een paar jaar later, toen ik voor het eerst fan werd van een band. Dat was -en is- Electric Light Orchestra. Jeff Lynne, hun zanger en songschrijver, wordt nog steeds ondergewaardeerd. Ik weet nog exact waarom ik fan werd van ze. Ook zij hielden zich niet aan de regels van de popmuziek, die voorschrijft dat een liedje drie minuten moet duren. Zij namen je in ee nummer mee op reis. Mijn eerste echte eigen album was Out Of The Blue van ELO, een plaat die ik voor kerst kreeg. Ik had er lang om gezeurd. In elk van de zestien liedjes klinkt het alsof er een uniek muzikaal universum wordt gecreëerd. Ze klinken ook ieder voor zich totaal anders dan de rest, een gegeven waar ik destijds totaal ondersteboven van was. Ik zie mezelf nog zitten, minitieus de liner notes lezend. Daar las ik woorden als “producer”, “recording engineer” en “lyrics”. Ik dacht dat lyrics de soundeffecten waren. Op dat moment wist ik dat ik dit ook wilde, zo’n audioregisseur zijn en die magie maken. Ik wilde een architect zijn, zoals Brian Wilson, Frank Zappa en Roger Waters. Mannen met een visie, die de regie in handen namen. Dat heeft mij altijd meer geïnteresseerd dan muzikant zijn.’

De plaat die mij de progrock in trok
Pink Floyd – Animals
‘Voor mij betekent progressive rock dat je muziek kunt maken die niet gebonden is aan de drie minuten die voor een standaard popliedje gelden. Je kunt verschillende emoties, texturen, dynamieken en thema’s aan een nummer meegeven. Een muzikaal verhaal vertellen. Mijn vader draaide graag Pink Floyd, zo leerde ik weer ELO, Donna Summer, YES en King Crimson kennen. Animals van Pink Floyd, een ondergewaardeerde plaat, staat voor mij echt symbool voor die tijd en het genre.’

De klassieker die mij totaal niet raakt
Nirvana – Nevermind
‘Er zijn twee albums die mij onmiddellijk te binnen schieten: het debuut van de Stone Roses en Nevermind van Nirvana. Dat is een heavy metal plaat, niets meer, niets minder. Ik weet dat er meer in moet zitten, hij wordt constant als een van de beste albums ooit gekozen. Voor mij klinkt het als een vrij doorsnee heavy metalplaat. Niet alleen Nevermind raakt mij echt totaal niet, ook het andere werk van Nirvana doet mij niets. Ik vind het een vrij oninteressante band.’

De plaat waarvan niemand verwacht dat ik ‘m te gek vindt
Throbbing Gristle – The Second Annual Report
‘Mensen denken vaak dat ik alleen maar naar progrock luister, terwijl ik dat nauwelijks doe. Zo is een van mijn favoriete platen het debuut van Throbbing Gristle, The Second Annual Report. Ik houd van een goede productie en een mooi geluid. Deze plaat is opgenomen op cassetterecorders en heeft echt de meest lo-fi productie ooit. Het klinkt verschrikkelijk, en toch zorgt het voor kippenvel. Het was de eerste keer dat ik muziek hoorde die echt oprecht ziek en kwaadaardig klinkt. Niet op een cartooneske manier zoals in bijvoorbeeld de black metal, maar echt confronterend, ontregelend, gestoord, lelijk en kwaadaardig. Als je mij als producer kent dan zou je niet verwachten dat ik zo’n plaat mooi zou vinden. Toch is het zo.’

De plaat die mij een betere songwriter maakte
The Beach Boys – Surf’s Up
‘Dat moet iets van Brian Wilson zijn. Ik begon als muzikant met het maken van instrumentale muziek. Later kreeg ik meer vertrouwen in mijn capaciteiten als songwriter en als zanger. Die stap om te gaan zingen had ik nooit durven zetten als ik het werk van Brian Wilson niet ontdekt had. Een jaar of twintig terug verdiepte ik mij in zijn werk, en dan met name wat hij had gemaakt in de jaren zestig en zeventig. De titeltrack van Surf’s Up is simpelweg ongelooflijk en inspireerde mij op twee manieren. Een was dat ik dankzij dat nummer meer vertrouwen kreeg in mijn stem. Brian was zelf ook niet de allerbeste zanger, maar hij gebruikte heel slim harmonieën en multitracks. De tweede wijze was dat ik het klassieke popliedje van drie minuten ging waarderen.’

De plaat die mee gaat naar een onbewoond eiland
Tangerine Dream – Zeit
“De plaat waar ik nooit genoeg van krijg heeft een vreemde eigenschap: waar je ‘m ook draait, de muziek zorgt er voor dat je relatie tot de omgeving anders wordt. Het is een plaat als een heel lekkere parfum en tevens mijn favoriete plaat aller tijden: Tangerine Dream – Zeit. Het is hun derde album, kwam uit in 1972 en is een dubbelalbum met vier stukken muziek, op elke kant één. Het is proto-ambient, zonder melodieën, ritmes en nauwelijks harmonieën. Het is puur textuur. Zeit kan ik altijd en in elke situatie opzetten. Dat was niet vanaf het begin zo; de eerste keer dat ik ‘m hoorde, haatte ik de plaat. Ik vond het echt rotzooi. Dat heb ik vaker met platen die ik later geweldig vind. Zeit begreep ik simpelweg niet. Het was een belediging, vond ik. En toch fascineerde het mij, waardoor ik de plaat bleef opzetten. Het stelde mijn idee van hoe muziek moet klinken op de proef. Toen ik de muziek ging ontleden viel het kwartje. Het was een heel andere manier van muziek benaderen dan wat ik gewend was.’

De guilty pleasure
Abba
‘Ik geloof niet in zoiets als guilty pleasures. Er is al genoeg snobisme in muziek. Ik houd van Abba, The Carpenters en de Bee Gees en vind de term “guilty pleasure” niet terecht voor deze muziek. Als het goed gedaan is en je geniet van de muziek dan hoef je je er niet schuldig over te voelen. Soms word ik niet serieus genomen als ik zeg dat ik van deze muziek houd. Terwijl…als je wilt horen hoe goede popliedjes worden gemaakt dan moet je luisteren naar de Beatles, Brian Wilson en ABBA. De manier waarop ze platen maakten in die tijd is nog steeds fenomenaal. Ze hadden alles: briljante songs, fantastische stemmen en dito producties.’
104035-abba_617_409De plaat waarvan de productie mij van mijn sokken blies
Grace Jones – Slave To The Rhythm
‘Ik groeide op in de jaren tachtig en kan mij de eerste producties van Trevor Horn nog herinneren. Slave To The Rhythm van Grace Jones, de eerste singles van Frankie Goes To Hollywood, Owner Of A Lonely Heart van Yes…Dat was me een sound! Ik was compleet uit het veld geslagen. Dat zoiets mogelijk was! Die platen maakten een grote impact op mij. Net als The Seeds Of Love van Tears For Fears, Spirit Of Eden en Talk Of Spring van Talk Talk. Als Trevor Horn een plaat maakte, of Talk Talk iets uitbracht, dan lette ik op. Zij leerden mij dat je niet gebonden hoefde te zijn aan een live show, je niet bezig hoefde te houden met de vraag of wat je in de studio maakt ook vertaalbaar moet zijn naar een live-setting. Muziek maken in de studio mocht schilderen met geluid zijn, en dat mocht best met geluiden die je nooit op een podium kon maken.’

De favoriet uit mijn eigen oeuvre
Steven Wilson – The Raven That Refused To Sing (And Other Stories)
‘Dat is altijd de laatste plaat die je hebt gemaakt. Die staat het dichtst bij je en geeft het best weer wie jij op dat moment bent. Ik ben enorm trots op The Raven That Refused To Sing. Het is de eerste keer dat ik een plaat heb gemaakt met een live-band. Ik moest afstappen van het idee dat ik over alles controle moest hebben. Voor mij was dat een heel grote stap naar iets nieuws. Ik heb veel platen gemaakt, inclusief een aantal slechte. Welke dat zijn zeg ik niet, misschien is het wel een favoriet van iemand. Dat wil ik niet verpesten.’

Op welke plaat had je zelf mee willen doen en wat had je toegevoegd?
Tool – 10.000 Days
‘Mensen gaan me hier voor haten, maar ik ga het toch zeggen: de platen van Tool. Het zijn heel interessante muzikanten en als band bewonder ik ze enorm. Maar hun platen vind ik vaak wat flauwtjes. Ik houd van albums die geproduceerd zijn, met veel details en subtiliteiten. De platen van Tool klinken vaak van begin tot eind hetzelfde. Zeker bij 10.000 Days leek het alsof ze in elk liedje die typische Tool-sound stopten. Van mij zouden ze wat experimenteler en inventiever mogen zijn in de studio. Ik zou het heerlijk vinden om met zo’n soort band te werken. Ik heb ooit met Opeth een plaat gemaakt. Zij kwamen uit de metal, ik kwam uit de progrock. Die combinatie leverde een heel interessant geluid op. Zoiets zou ik ook graag met Tool willen doen.’

Mijn favoriete karaokeliedje
The Carpenters – Calling Occupants Of Interplanetary Craft
‘Ik zing geen karaoke, maar ik houd er wel van om met andermans liedjes mee te zingen. Vooral met die van The Carpenters en ABBA. Ik heb zelfs een cover gemaakt van ABBA’s The Day Before You Came (op Cover Version II). Dat wil ik ook nog eens doen met Calling Occupants Of Interplanetary Craft van The Carpenters, compleet met koor en orkest. Dat is echt een ongelooflijk nummer, hun spacy sci-fi liedje. En haar stem! Karen Carpenter had de beste vrouwelijke stem ooit.’

De laatst gekochte plaat
Rodriguez – Searching For Sugar Man
‘Ik heb er gisteren tien gekocht bij Concerto, hier in Amsterdam. Ik kocht de Searching For Sugar Man soundtrack van Rodriguez, Horses van Patti Smith en nog een paar anderen. De documentaire over Rodriguez heb ik nog niet gezien. Aviv (de andere helft van Blackfield, een van zijn projecten) draaide de soundtrack in de kleedkamer. Dat klonk goed, dus wilde ik ‘m ook hebben. Het lukt mij nooit om slechts één plaat te kopen, dan kom ik met lege handen naar buiten. Ik kan alleen platen kopen als ik er meerdere mag kopen van mezelf.’

————————————————————————————-
Ik sprak Steven voor OOR, voorafgaand aan zijn show met Blackfield die avond. Ik ben totaal geen progrockliefhebber, en had nog nooit een noot van Stevens muziek gehoord voorafgaand aan het gesprek. Dat was voor de opzet ook niet nodig, en ik bleek alle platen die hij noemde wél te kennen. Steven bleek een buitengewoon aimabel en intelligent mens, die ook snel raad wist met de vragen. Waar veel muzikanten lang moeten nadenken over de platen die hen gevormd hebben, daar keek hij even drie seconden weg, om mij vervolgens weer aan te kijken en antwoord te geven. Dat leverde een erg fijn interview op, dat in maart 2014 gepubliceerd werd in OOR.