Boemklatsch: serieus lol maken

ammehoela_IMG_0604-1024x682

Ze zijn het enige DJ-collectief ter wereld met een ‘dak-eraf garantie’. Overal waar het zestal vrienden van Boemklatsch komt gaat het publiek los. Met vaste avonden in Paradiso en Tivoli, een eigen album en plannen voor het buitenland gaan ze nu voor werelddominatie. ’De wereld veroveren is een hoofddoel’. 

‘Ik kom er aan!’ Sjam ‘$jammie the Money’ Sjamsoedin (29), de dankzij een grote omabril en ontbrekende hoektand makkelijk herkenbare DJ/producer van Boemklatsch, steekt zijn hoofd om de hoek van de studiodeur. Hij zit midden in het opnameproces van Spontaneous Combustion, het debuutalbum van Boemklatsch en heeft moeite het werk even te laten rusten. Dan verschijnt ook Michiel Thomassen (30) alias Mike Mago. Samen vormen ze het producerende deel van het zes man sterke collectief dat vernoemd is naar het basisgeluid van hiphop, de kick en de snare. Boemklatsch werd negen jaar geleden opgericht door een stel vrienden uit Zutphen die voor hun studie naar Utrecht verhuisden en daar bij hiphopconcerten stuitten op stoere, moeilijk kijkende gasten bij wie de partyvibe ver te zoeken was. Dus organiseerden ze hun eigen feesten waar de lol voorop stond en hun favoriete artiesten optraden. Een instant succes, dat ze reeds naar Dance Valley, het Spaanse Sónar festival en maar liefst drie keer naar Lowlands bracht. Inmiddels draaien ze niet meer alleen hiphop maar ook veel electro, zijn één van de beste party-organisatoren van het land en wonnen ze onlangs de ‘Oscar van het nachtleven’, de Gouden Kabouter, voor favoriete DJ-act.

De ambitie reikt echter verder. Letterlijk, want behalve een residentie in poptempel Paradiso worden er ook serieuze stappen gezet om over de grens voet aan de grond te krijgen. En dan is er nog dat debuutalbum met alleen maar eigen tracks. Sjam en Michiel zitten middenin de opnamen wanneer we ze uit de studio trekken. De twee moeten behoorlijk wat druk op hun schouders voelen om de deadline van 16 april te halen. Daar is weinig van te merken. Sjam en Michiel maken tijdens het doornemen van de laatste stand van zaken omtrent het opnameproces continue flauwe grappen en lopen elkaar constant te dollen.

Jullie begonnen Boemklatsch als tegenreactie. Nu zijn jullie zo succesvol dat jullie zelf bij de gevestigde orde horen.
Michiel: “Het was nooit een doel om een oppositiepartij te zijn. Zo begonnen we wel, maar het idee was dat je uitgaat omdat je wilt dansen, met vrienden wilt zijn en lachende mensen wilt zien. Dat is het nog steeds. Je bent er niet om je imago hoog te houden. Dat vinden we heel belangrijk.”

Jullie zijn bekend vanwege de ‘dak-eraf garantie’. Hoe leuk is het nog als je weet dat het toch wel los gaat?
Michiel, lachend: “Het verveelt nog totaal niet. Het is pas sinds een paar jaar dat het dak er gegarandeerd af gaat. De laatste twee jaar zijn we in een stroomversnelling terecht gekomen en heb je successen die je het jaar daarvoor nog niet had. Dat is leuk. Eerst draaiden we meer hiphop en funk. De laatste jaren zij we steeds energiekere platen gaan draaien waardoor mensen meer los gaan. Door de energie die dat oplevert ga je steeds een stukje verder en het publiek ook. Voor je het weet is het dak er af!”
Sjam: “We houden nog steeds heel erg van het feesten. Als je een zaal uit zijn naad ziet gaan op je muziek dan krijg je daar wel een goeie oppepper van in je reet.”

43227004

Jullie begonnen met hiphop. Intussen draaien jullie heel ook veel andere stijlen, zoals electro en fidget.
Michiel: “Je smaak verandert en in het genre dat we draaiden vonden we weinig vernieuwing meer. Dan ga je op andere plekken zoeken en stuit je op iets waar iedereen enthousiast over is. Zo ga je steeds verder. Voor veel mensen waren wij nog een hiphopact, terwijl we veel energieker draaiden. Verwachtten mensen die funky, relaxte hiphop, stonden wij daar te beuken.”
Sjam: “Dat viel niet altijd in goede aard. Soms stroomde de dansvloer leeg. Zo verloren we onze vaste avond in Bitterzoet. We hebben een signaal afgegeven dat we iets anders aan het doen waren. Dat kost dan wat.”

Hoe losten jullie dat op?
Michiel: “De mensen die naar onze eigen feesten in Tivoli De Helling kwamen waren zich veel bewuster van de ontwikkeling die we doormaakten.”
Sjam: “Die groeiden met ons mee.”
Michiel: “Het grootste omslagpunt was Lowlands 2007. Daar hadden we de kans om aan heel veel mensen te laten horen dat we niet meer alleen dat funky hiphopding deden. Dat heeft zoveel positieve reacties opgeleverd dat we er een enorme boost van kregen.”

Past de naam Boemklatsch eigenlijk nog wel bij jullie?
Sjam: “Eigenlijk moet het nu boem boem zijn?” (lacht)
Michiel: “Zolang er een kick en een snare in zit is het Boemklatsch.”

Is Boemklatsch stiekem niet gewoon een verlenging van jullie studententijd?
Michiel: “Het is een jongensclubje. Je kent elkaar door en door en op het moment dat je in het busje naar het optreden stapt heb je een bepaalde sfeer die heel dope is.”

Wat voor sfeer is dat?
Michiel: “Vertrouwd en met zeer middelmatige humor (Sjam en Michiel schieten allebei in de lach). Je kent elkaar zo goed dat een paar woorden genoeg zijn.”
Sjam: “Het is ook een moment om persoonlijke zaken te bespreken. Je hebt elkaar een week niet gezien en kunt wat bijkletsen. Ik kijk vaak uit naar de busreis.”

Jullie zijn allemaal vrienden van elkaar. Levert dat weleens problemen op nu jullie ook professioneel aan elkaar verbonden zijn?
Michiel: ”Nog niet gelukkig. Het voordeel is wel dat als je met vrienden bent je ook wat meer op elkaar let. Je kan daardoor ook dingen makkelijker van elkaar accepteren.”

Jullie richtten een paar jaar geleden ook een eigen label op, BMKLTSCH RCRDS. Waarom?
Michiel: “We voelden steeds vaker de behoefte om zelf nummers te maken. Als DJ denk je weleens ’volgens mij zou een plaat zo moeten zijn’. Dankzij ons eigen label kunnen we zelf bepalen wat we uitbrengen. We boekten veel goede acts voor onze feesten met wie we muzikale raakvlakken hadden en die goede muziek maken. Het bleek dat er nergens in Nederland een label is dat in hetzelfde genre als wij opereert.”

Was het ook een manier om de spanning erin te houden?
Sjam: “Het gaat om groei. Eerst draaiden we op onze zolderkamer, toen organiseerden we feestjes zodat we daar konden draaien. Vervolgens werden de feesten minder belangrijk en werden we als externe act aangetrokken om een feest op te leuken. Nu produceren we tracks. Het is een ontwikkeling en we denken er niet al te veel over na.”

Hoe vanzelfsprekend was het dat jullie als collectief een volledige plaat gingen maken en niet ieder apart?
Sjam: “Twee jaar geleden hebben we een pact gesloten dat alles wat we zouden doen voor het collectief zou zijn. Boemklatsch is belangrijker dan $jammie The Money of Mike Mago. We staan nog steeds achter die keuze. Dan merk je ook dat je met verkrachte eenden veel harder groeit dan je het in je eentje ooit zou kunnen.”

Hoe doe je dat, een plaat maken met drie DJ’s, twee VJ’s en een MC?
Sjam: “Van die zes mensen zijn er maar twee producers. Dat zijn Michiel en ik. Ik produceer al tien jaar en Michiel is er ook veel mee bezig. We hebben ieder apart ideetjes verzameld en schetsen gemaakt. Die hebben we op een hoop gegooid, gekeken welke lijn we er in kunnen vinden en wat de tofste ideeën zijn om uit te werken. Daar zijn we nu mee bezig. We houden de anderen op de hoogte en verzamelen hun feedback.”
Michiel: “Zij horen net zoveel bij Boemklatsch als wij. Iedereen moet er achter staan willen we het uitbrengen.”

Wat stelden jullie ten doel toen jullie de studio in gingen?
Michiel: “Het eerste wat we besloten was dat de plaat een redelijke representatie moest worden van wat we draaien. In onze DJ-sets kunnen we van een downtempo dubstepplaat naar een harde beuktrack gaan en vervolgens naar een funky electronummer.”
Sjam: “Er moet niet alleen maar gebeukt worden zodat ze in sets van (electro/fidget-DJ’s) Erol Alkan, Switch en Boys Noize opduiken, er moeten ook tracks op staan die een groter publiek aan spreken. Het is een dwarsdoorsnede van een DJ-set van ons.”

Jullie stonden op festivals als Lowlands, Dance Valley en het Spaanse Sonar. Hoe kan je daar met dit album nog overheen gaan?
Michiel: “Sziget (Hongarije), Werchter (België), Pukkelpop (België), Coachella (Verenigde Staten)…de ogen zijn gericht op de buitenlandse festivals. Dat is een droom die je wil waarmaken.”
Sjam: “De wereld veroveren is een van mijn hoofddoelen. Als wij opeens succesvol blijken in Noord-Korea dan gaan we daar toeren. Met Boemklatsch hebben we voor onszelf een soort werk gecreëerd en dat is zo leuk dat je er mee door wilt gaan zolang het kan.”

Kader:
Wat is de stomste fout die jullie hebben gemaakt tijdens een optreden?
Michiel: ‘Ik ben een keer in Tivoli over de stekker gestruikeld waar alle apparatuur op aangesloten was. Opeens stond alles uit, midden in het feest. Onze host riep meteen wat er gebeurd was en dat het daarom plotseling zo stil was, alleen geloofde niemand hem. Dat was heel grappig.’
Sjam: ‘Vroeger draaide ik nog met platen en dan mixte ik van de linker plaat naar de rechter. Vervolgens wil je de linker er af halen om de volgende klaar te leggen. In plaats van de linkerplaat pakte ik de rechter. Je staat dan met die plaat in je handen, hoort niets en begrijpt even niet wat er gaande is. Een halve seconde later denk je ‘oh kut’, je gooit die plaat er weer op en dropt zo snel mogelijk die naald ergens lukraak neer. Niet heel handig…’

Ik schreef een aantal jaar voor de NL20, een gratis stadsmagazine niet alleen in 020 (Amsterdam) maar als NL10 ook in Rotterdam, als NL30 in Utrecht, NL40 in Eindhoven en NL50 in Groningen verscheen. Een grote oplage met een hoge pickup rate, een geweldige hoofdredactrice (Pamela Wilhelmus) en toffe artiesten die ik niet zelden zelf aan mocht dragen. Zo ook het artikel over Boemklatsch, die ik opzocht in hun studio in de OT301 in Amsterdam. Omdat Boemklatsch binnenkort stopt met een daverend laatste optreden hier het coverartikel dat ik in 2010 schreef naar aanleiding van hun albumdebuut Spontaneous Combustion.

Het artikel is HIER online te lezen in de originele opmaak.