Monthly Archives: oktober 2010

Foto’s: No Age in Trouw, Amsterdam 15 oktober 2010

No Age (foto: Jasper van Vugt)

No Age (foto: Jasper van Vugt)

Het ging er heftig aan toe, bij het optreden van de Amerikaanse punkband No Age. Sinds ze twee jaar terug voor hun debuutalbum Nouns een 9.2 kregen van het invloedrijke Pitchfork komen de hipsters kijken als ze ergens spelen. Of het nu op een buitenfestival is in Jakarta, Indonesië, een radioshow in Schotland of een slecht verlichte kelder van een voormalige krantendrukkerij, zoals afgelopen vrijdag. Het te gekke Amsterdamse collectief Subbacultcha!, dat naast het maken van een leuk magazine ook te gekke bands naar Amsterdam haalt voor kleinschalige optredens op toffe locaties, organiseerde de avond. Zo kan het dus gebeuren dat er ook een hotte band als Abe Vigoda in het voorprogramma staat.

Publiek bij No Age (foto: Jasper van Vugt)

Publiek bij No Age (foto: Jasper van Vugt)

De sfeer in de kelder was die van een gemiddeld kraakpand in Berlijn. Het was hard, donker en met een laag podium. Vanaf het moment dat het tegenwoordig als trio opererende No Age begon met een muzikaal equivalent van de honderd meter sprint sprong het publiek vooraan het podium (blank, begin twintig, hoger opgeleid, Randstad) als vlooien in het rond. Het weinige licht dat er was zorgde er voor dat ik bijna alles heb moeten flitsen. Na een nummer of vijf werden we weggestuurd door de band, net op het moment dat ik de buit binnen had.
De foto’s en de recensie van Eyal van der Reep zijn te lezen op de site van OOR (link). De foto’s die je hier ziet zijn mijn foto’s die OOR niet gebruikt heeft. Op Alternative Blog staan er ook nog twee, bij de recensie van Joris Rietbroek.

No Age (foto: Jasper van Vugt)

No Age (foto: Jasper van Vugt)

So long, and thanks for all the words (2): Perquisite

Perquisite (foto: Joris Kalma)

Het is niet gemakkelijk om Perquisite te interviewen. Niet dat hij niet praat, een vervelende kwal of überhaupt niet te spreken te krijgen is, nee, het is dat hij erg genuanceerd praat en zelden op een heel gewaagde uitspraak te betrappen is. Hij weet het effect van zijn woorden op papier. Een besef dat ik wijd aan zijn intelligentie, waar ik twee keer eerder mee kennis had mogen maken toen ik de Amsterdamse producer/componist sprak. Toen maakte hij nog deel uit van Pete Philly & Perquisite. De volstrekt natuurlijk en retemuzikaal klinkende sound van hun debuut Mindstate vond ik te gek, reden waarom ik ze op mijn eigen verzoek interviewde voor het Sena Performers Magazine. Twee jaar later, bij de release van hun steengoede tweede album Mystery Repeats, vroeg Spits me of ik ze weer wilde spreken voor een artikel. Dat werd een interview met alleen Perquisite. Kort na het verschijnen van het artikel kwam Mystery Repeats op 2 binnen in de charts en kwam ik ‘Perq’ ‘s avonds laat tegen, toen hij met zijn vriendin over het Spui liep. Hij herkende me nog en was uitermate hartelijk. Is dat belangrijk om iemands muziek goed te vinden? Nee, maar het helpt wel. Ik vond hun muziek al te gek, het hielp dat het ook aardige mensen waren.

Dat was geen uitzondering, zo leerde ik eerder dit jaar toen we samen in de jury van My Kalvertorenpop zaten waarbij we feedback gaven aan beginnende talentvolle bands. Toen was hij al gestopt met Pete Philly en had voor zijn eerste klus na de succesvolle samenwerking, de soundtrack voor de film Carmen van het Noorden, gelijk een Gouden Kalf gewonnen. Sterallures waren hem echter volslagen vreemd en ook die attitude die vaak met hiphoppers samen lijkt te gaan waren bij hem niet aanwezig. Dit was gewoon een slimme, bescheiden, aardige en supermuzikale jongen.

Toen het moment kwam dat zijn soloplaat Across een releasedatum had was ik er dan ook meteen bij om te pleiten voor een artikel. Jazz Magazine was het met me eens en zo belandde ik bij Perq in zijn thuisstudio, dat bij mij om de hoek bleek te zijn. Ik was de eerste journalist die de afgemixte liedjes te horen kreeg en was onder de indruk van de muzikaliteit en frisheid van zijn producties. Het interview deden we in zijn huiskamer. Zou hij, drukbezet muzikant, een schoonmaakster hebben? Nee, zo bleek toen ik even naar de wc ging en de deur naar de gang niet achter mij dicht deed. Onmiddelijk was daar Perq zelf die de deur achter me dicht deed. Hij was zelf gewoon supernetjes.

In het interview zelf liet hij zich opvallend openhartig uit over de samenwerking tussen hem en Pete. Bij vorige interviews had ik wel gemerkt dat ze erg van elkaar verschilden (wat ze als een van de redenen voor hun succes aanvoerden), maar dat het soms problemen opleverde werd nooit hardop uitgesproken. Dat deed hij nu wel, al was het met alle respect voor Pete. Praten doet hij makkelijk, hij weet wat hij wil zeggen en ook wat hij niet wil zeggen. In dat laatste ligt de uitdaging. Wat het uiteindelijk voor artikel opleverde, kun je hieronder lezen.
Perquisite in Jazz Magazine:
Perquisite in Jazz Magazine pagina 1
Perquisite in Jazz Magazine pagina 2
Perquisite in Jazz Magazine pagina 3

Perquisite in OOR Magazine (ingekorte versie van artikel in Jazz Magazine):
Perquisite in OOR